artikel 60 ROW 1995 - mr. P. Burgers (archief)

Artikel 60

1. Onverminderd artikel 56, tweede lid, eerste volzin, ontstaat een licentie door:

a. een uitspraak van de Arbitrage-Commissie, bedoeld in artikel 20 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) (Trb. 1957, 92);

b. een besluit van Onze Minister ter uitvoering van artikel 21 van genoemd verdrag. 

2. Ten aanzien van een licentie, ontstaan door een eindbeslissing als bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 56, tweede lid, tweede en derde volzin, van overeenkomstige toepassing.

3. Ten aanzien van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onder b, is artikel 58, eerste, vierde en vijfde lid, eerste, tweede en derde volzin, van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van een door zodanig besluit ontstane licentie is artikel 58, vijfde lid, vierde volzin, en zesde lid, van overeenkomstige toepassing.

4. Een licentie als bedoeld in het eerste lid geldt niet voor de Nederlandse Antillen.

Commentaar

 

1  Algemeen. 1

2 Overeenkomstige toepassing. 1

 

1  Algemeen 

Het eerste tot en met het derde lid van artikel 60 zijn ingevoerd bij de Wijzigingswet van 1963 (Stb. 260); het laatste lid bij Wijzigingswet van 1977 (Stb. 160). De reden voor het toevoegen van het vierde lid is dat de Neder­landse Antillen niet bij het Euratom-verdrag (Trb. 1957, 92) zijn aangeslo­ten. ln het genoemde artikel 20 van het Euratom-verdrag is een regeling opgenomen voor verlening van dwan...